College B&W Ede adviseert raad om invoeringsdatum van de Zero Emissie Zone te verplaatsen naar 2030 in plaats van 2026

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede stelt voor om de invoeringsdatum van de zero-emissiezone (ZE-zone) te verplaatsen naar 1 januari 2030. Hiermee houdt de gemeente vast aan het gestelde doel om stadslogistiek in 2030 emissievrij te maken. Maar hebben de ondernemers wel meer tijd om zich voor te bereiden op de overgang naar schoon en slim vervoer. Door dit advies zou de ingangsdatum van 1 januari 2026 en de overgangsfase komen te vervallen. Het college van burgermeester en wethouders stelt dit voor aan de raad. De gemeenteraad besluit in juli of de invoeringsdatum 1 januari 2030 wordt. 

De randvoorwaarden voor een succesvolle en realistische invoering van de ZE-zone ontbreken

Dit blijkt uit de laatste onderzoeken die het college heeft laten uitvoeren. Een voorbeeld van zo’n randvoorwaarde is een goed ontwikkelde tweedehandsmarkt voor elektrische voertuigen. Dit is erg belangrijk voor de gemeente Ede. Omdat het grootste gedeelte van de ondernemers in onze gemeente gewend is een tweedehands voertuig te kopen. Op dit moment vindt het college dat deze markt nog onvoldoende ruimte biedt voor haar ondernemers. Een ander bijvoorbeeld van zo’n randvoorwaarde is dat iedereen zijn voertuig kan opladen. Hoewel in Ede veel mogelijk is op het gebied van laden, is door het overvolle elektriciteitsnet dit niet voor iedereen mogelijk.

Het college streeft naar duidelijkheid

Het college had ervoor kunnen kiezen om de invoering door te laten gaan. Maar zou dan allerlei lokale maatregelen willen invoeren, zodat de invoering voor ondernemers haalbaar zou zijn. Dit is volgens het college niet wenselijk. Het zou betekenen dat ondernemers langer in onzekerheid zouden zitten. En dat ze moeten omgaan met verschillende ontheffingsvormen. Door het vervallen van de overgangsfase en de invoeringsdatum te verplaatsen naar 1 januari 2030 geldt in Ede voor alle ondernemers hetzelfde. Dit is duidelijk en transparant. Dit was ook een nadrukkelijke wens die terugkwam vanuit de ondernemers tijdens gesprekken en bijeenkomsten.

De gemeenteraad beslist nog voor de zomer of het advies van het college definitief wordt

Het nemen van een definitief besluit over de invoering van de zone is aan de gemeenteraad. Hierover zal de gemeenteraad nog voor de zomer in debat gaan. De eerstvolgende stap is een informatieve bijeenkomst voor de raad op 13 juni.

De gemeente blijft zich voorbereiden op de invoering van de zero-emissiezone

Bestel- en vrachtauto’s zijn verantwoordelijk voor een derde van de CO2-uitstoot in Nederland. In het klimaatakkoord van 2019 is afgesproken om stadslogistiek versneld emissievrij te maken. Het belangrijkste doel van zero-emissiezones is dan ook de CO2-uitstoot van de stadslogistiek te verlagen door elektrisch rijden te bevorderen en efficiënter transport te stimuleren. De gemeente Ede staat nog steeds volledig achter deze doelstellingen. In de komende jaren zal de gemeente blijven inzetten op het verminderen van het aantal vervoersbewegingen. Om dit concreet te maken worden de mogelijkheden voor logistieke hubs en het bundelen van bedrijfsafval onderzocht.

Meer informatie

Meer informatie is te vinden op www.ondernemen.ede.nl/zes-loket. Hier worden de meest gestelde vragen beantwoord en staan de contactgegevens van de logistiek makelaar, Tako de Jong. Hij is het eerste aanspreekpunt voor ondernemers met vragen en kan checks uitvoeren om te bepalen of elektrische voertuigen geschikt zijn in een specifieke situatie. Neem contact op via zes@ede.nl.

Achtergrondinformatie

Logistieke hub

Een hub is een centraal verzamelpunt waar goederen worden gebundeld en van daaruit efficiënt worden gedistribueerd naar hun eindbestemming. Door het gebruik van hubs kan het aantal ritten door bestel- en vrachtauto’s in het centrum aanzienlijk worden verminderd, wat bijdraagt aan een lagere CO2-uitstoot en minder verkeersdrukte.

Bundelen bedrijfsafval

Het bundelen van bedrijfsafval houdt in dat bedrijven in een bepaald gebied gezamenlijk hun afval laten ophalen en verwerken. In plaats van dat elk bedrijf apart zijn afval laat afvoeren, worden de afvalstromen gecombineerd. Dit leidt tot minder ophaalrondes, minder verkeersbewegingen en daarmee een lagere CO2-uitstoot. Bovendien kan het bundelen van afval leiden tot efficiëntere recyclingprocessen en kostenbesparingen voor de bedrijven.